Informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen.
Donderdag 12-12-2024
De aarde telt ten minste 1500 vulkanen. Daarvan zijn geen twee vulkanen aan elkaar gelijk. Toch kunnen vulkanen ingedeeld worden in groepen. Een veel gebruikte manier om vulkanen te classificeren is gebaseerd op de vorm van de vulkaan. De meest voorkomende soorten vulkanen zijn:
Als het magma door een scheur in de aardkorst naar buiten stroom, verspreidt de lava zich door de spleet. Er ontstaat dan een spleetvulkaan.
Spleetvulkanen ontstaan bij divergente plaatgrenzen. Bij divergente plaatgrenzen bewegen twee tektonische platen uit elkaar. Hierdoor ontstaat er een ruimte tussen de platen, waar zich geen aardkorst bevindt. Uit de spleet die ontstaat bij divergente plaatgrenzen kan magma zonder veel weerstand doordringen tot aan het aardoppervlak.
Aangezien de meeste divergente plaatgrenzen zich onder het wateroppervlak bevinden, komen spleetvulkanen het meest onder water voor bij zogenaamde oceaanruggen. Een oceaanrug is een grote onderzeese bergketen. Een voorbeeld van een oceanische rug is de mid-oceanische rug, die loopt van de Noordpool tot de Zuidpool en onder andere de Noord-Amerikaanse plaat van de Eurziatische plaat scheidt.
IJsland wordt doorsneden door de Mid-Oceanische rug en is de enige plaats waar spleetvulkanen op het land voorkomen. IJsland is ontstaan doordat het de vulkanische activiteit in dat gebied zo groot is, dat de mid-oceanische rug op deze plaats boven het wateroppervlak uit is gaan steken. Zo is het eiland IJsland ontstaan, dat nog altijd 1 tot 2 centimeter per jaar groter wordt. Omdat op het land spleetvulkanen alleen in IJsland aangetroffen worden, worden spleetvulkanen ook wel IJslandse vulkanen genoemd.
Bij Schildvulkanen is het magma in de magmakamer een dunne en hete vloeistof. Het magma kan daardoor makkelijk door spleten naar het aardoppervlak doordringen en de verstopping in de kraterpijp aanvreten, totdat deze verstopping geheel of gedeeltelijk is opgeruimd. Hierdoor komen tijdens erupties zelden ontploffingen voor. Wanneer de druk in de magmakamer toch hoog is opgelopen, kan er een lavafontein ontstaan. Daarnaast wordt er weinig as uitgestoten omdat gassen uit het magma kunnen ontsnappen zonder eerst schuim te vormen.
De uitbarsting van een schildvulkaan levert voor de omgeving weinig gevaar op. Alleen wanneer een lavastroom zich door bewoond gebied verplaatst kan er schade aan huizen en akkers ontstaan. Doden en gewonden komen echter zelden voor.
Doordat de lava dun en heet is, en heel langzaam afkoelt, kunnen de lavastromen lange afstanden afleggen. Hierdoor hoopt vulkanisch materiaal zich niet telkens vlakbij de krater op. Na talloze uitbarstingen ontstaat er een brede berg met flauwe helling, die veel lijkt op een schild. Vandaar de naam schildvulkaan.
Schildvulkanen ontstaan op plaatsen waar de aardkorst erg dun is, bij zogenaamde hotspots. Een voorbeeld van schildvulkanen zijn de vulkanen van Hawaï.
De stratovulkaan, ook wel samengestelde vulkaan, is de meest voorkomende vulkaansoort op aarde. Stratovulkanen zijn opgebouwd uit gestolde lava afgewisseld met lagen pyroclastisch materiaal (zoals as en stenen). Stratovulkanen zijn vernoemd naar het Latijnse woord "stratus" dat "laag" betekend. Vaak hebben stratovulkanen meerdere vertakkingen waaruit adventiekraters (kraters op de helling van een vulkaan) kunnen ontstaan, wanneer de magma moeite heeft de krater te bereiken. Stratovulkanen zijn meestal zeer hoog, en kunnen een laag eeuwige sneeuw op de top hebben.
Bij stratovulkanen is het magma een dikke, stroperige vloeistof, waardoor het moeilijk tot het aardoppervlak kan doordringen. Voordat er een eruptie kan plaatsvinden, moet de druk in de magmakamer dus eerst hoog oplopen en dat kan lang duren.
Stratovulkanen zijn gevaarlijk als ze uitbarsten. Hoe meer tijd er verlopen is na de vorige uitbarsting, hoe heftiger de volgende wordt. Bij uitbarstingen van stratovulkanen wordt de verstopping in de kraterpijp door een grote ontploffing verpulverd en de lucht in geblazen. Dit wordt gevolgd door een pluim van as en vulkanische gassen die met grote snelheid de lucht in spuiten. Dit as kan tot in de stratosfeer oprijzen. De eruptie veroorzaakt eerst een regen van stenen, gevolgd door een regen van as die dagenlang kan aanhouden. Tijdens zo'n eruptie komt er vaak niet veel lava uit de vulkaan. Twee dodelijke verschijnselen die kunnen optreden bij de uitbarsting van een stratovulkaan zijn pyroclastische stromen en modderlawines (ook wel lahars genoemd).
Doordat de lava erg stroperig is en snel afkoelt, hoopt het materiaal dat uit de krater komt zich vlakbij de krater op. Na talloze uitbarstingen ontstaat er een hoge berg met steile helling, die veel lijkt op een kegel.
Stratovulkanen ontstaan voornamelijk langs convergente plaatgrenzen. Voorbeelden van stratovulkanen zijn Mount Vesuvius en Mount St. Helens.
Een calderavulkaan is een oudere vulkaan met aan de bovenkant een grote brede krater. Deze krater is ontstaan doordat een deel van de vulkaan in de magmakamer is gestort, die na een vulkaanuitbarsting is leeggestroomd. Vaak vormt zich in de krater van een calderavulkaan een kratermeer. Het water in een kratermeer kan allerlei kleuren aannemen, als gevolg van elementen die uit het vulkanische gesteente opgelost worden. Behalve dat kratermeren mooi kunnen zijn, kunnen ze ook dodelijke gevolgen hebben. Wanneer het waterpijl van een kratermeer namelijk te hoog stijgt, kan een deel van de vulkaan het begeven. Met als gevolg dat een enorme watermassa de vulkaanhelling afstroomt en alles in zijn weg wegvaagt. In de krater van de oude vulkaan kan ook een nieuwe krater ontstaan. Wanneer de druk van de magma in de magmakamer hoog genoeg wordt, kan er een nieuwe eruptie plaatsvinden in de caldera. Een vulkaan die op deze manier ontstaat noemen we een calderavulkaan. Een voorbeeld van een calderavulkaan is de El Chichón, in Zuid-Mexico.
Copyright © Vulkanisme.nl 2009 - 2024.